De Knarrenhof is een nieuwe alternatieve woonvorm voor ouderen, gericht op ontmoeting en zelfredzaamheid. Veilig en beschut wonen in Begijnhof 2.0. Het idee is dat de samenwonende ouderen voor elkaar klaar staan. Ze helpen elkaar bij alledaagse zaken in en rond het huis. Wellicht gaan sommigen een stap verder. Twintig procent van de deelnemers heeft een verpleegkundige achtergrond. Zij zullen mogelijk ook helpen bij eenvoudige zorg.
Levensloopbestendige woningen
De huizen zijn levensloopbestendig: met drempelloze en rolstoeltoegankelijke deuren, bad- en slaapkamer op de begane grond, stopcontacten op een gemakkelijke hoogte voor ouderen, verhoogde toiletten. Helemaal Wmo-proof dus. Bewoners hebben privacy, ze hebben een eigen voordeur, bovenverdieping en privéterras en of -tuin. Er is een gemeenschappelijke ruimte voor samen klussen, schilderen of koffiedrinken. In die ruimte kan ook een fysiotherapeut of huisarts spreekuur houden. De nachtzuster kan er slapen.
Krasse Knarren
Het simpele idee appelleert aan velen, want inmiddels telt Stichting Knarrenhof ruim 2500 ‘Krasse Knarren’ als nieuw lid. ‘De geuzennaam, geleend van Van Kooten & De Bie , straalt kracht uit’, zegt initiatiefnemer Peter Prak (52) in een interview dat eerder is verschenen in het decembernummer van Zorgvisie Magazine. ‘Ouderen zeggen “we doen het zelf wel”, ze zorgen voor elkaar en helpen elkaar.’
Bouwen in Zwolle
Realisatie van de vele plannen bleek tot nu echter niet eenvoudig. Prak zoekt al jaren geschikte bouwlocaties. Daarbij moet de stichting concurreren met kapitaalkrachtige projectontwikkelaars. In grote steden in de Randstad is grond schaars en dus duur. Voor gemeenten is het vaak lucratiever om in zee te gaan met commerciële partijen. Maar in Zwolle is er dan eindelijk groen licht. De eerste Knarrenhof telt 48 woningen, waarvan dertig procent sociale huur is. Aannemer Trebbe Wonen start in april met bouwen. Woningcorporatie deltaWonen neemt de woningen af. In elf andere gemeenten zijn projecten van de Knarrenhof in een ver gevorderd stadium.
Wilt u het hele artikel lezen in Zorgvisie Magazine? Neem een abonnement.